Waar moet je opletten bij je praktijkexamen om te kunnen slagen?

Tip 1: Opletten bij het wegrijden door om je heen te kijken zodat je veilig wegrijdt en
niemand hindert.

Tip 2: Bij rechte en bochtige weggedeelten, moet je ervoor zorgen dat je voor, achter en
naast de auto genoeg ruimte hebt, en mogelijk gevaar op tijd ziet en ervoor zorgt dat het
veilig blijft. En zorg ook ervoor dat je de juiste snelheid aanhoudt, vlot waar dat kan en
rustig waar het nodig is.

Tip 3: Bij kruispunten door vooruit te kijken als je op een kruispunt komt aanrijden en je
snelheid aanpast aan de situatie en de verkeersregels goed toepast. Ook moet je andere
weggebruikers op tijd laten weten wat je van plan bent door richting aan te geven.

Tip 4: Invoegen/uitvoegen: Invoegen richting de snelweg moet je eerst zorgen dat je
snelheid eerst hoger wordt en tijdig scant en op de juiste manier kijkt om in te voegen, bij
het uitvoegen moet je zorgen dat je de snelheid vasthoudt en tijdig op de juiste manier kijkt
en uitvoegt.

Tip 5: Inhalen en van rijstrook wisselen kijk tijdig en op de juiste manier en richting
aangeven om aan een ander te laten zien wat je van plan bent (wat je nooit moet doen is
twee rijstroken wisselen tegelijk).

Tip 6: Bijzondere weggedeelten zoals voetgangers oversteekplaatsen en rotondes hierbij
let je op je snelheid en je kijkgedrag belangrijk is ook het voorrang verlenen en voor laten
gaan.

Tip 7: Bijzondere verrichtingen zoals bocht achteruit en file parkeren zoek een
makkelijke plek uit en goed het kijkgedrag toepassen tijdens de verrichting en rekening
houdt met andere weggebruikers